‘Zonder landelijke sturing was het nooit zo goed en vlot gelukt’

Testcoördinator GGD Zeeland vertelt

In de provincie Zeeland was het rond 1 juni 2020 nog relatief rustig met de coronabesmettingen. Ilona Schinkelshoek – vóór corona internationaal actief in de zorg – was net aan de slag gegaan als testcoördinator bij de GGD Zeeland: ‘Zeeland is met geen enkele andere Nederlandse provincie te vergelijken: we hebben veel water, havens, relatief kleine steden, veel platteland en in de zomer verdubbelt ineens het aantal bewoners door alle toeristen. Dat leverde in coronatijd allerlei heel specifieke uitdagingen op. We hebben veel gehad aan de landelijke organisatie. Maar we waren soms ook een beetje tegendraads.’

‘We begonnen in Zeeland – bewust – met twee testlocaties bij de ziekenhuizen, want daar hadden ze de knowhow en het personeel. Eén lag ten noorden van de Westerschelde bij het Adrz in Goes. En één ten zuiden van de Westerschelde bij ZorgSaam in Terneuzen. Dat was niet genoeg, mensen waren soms uren onderweg.  We moesten dus al snel uitbreiden. We hebben toen letterlijk een kaart gepakt, keken wat de meest logische plekken waren en zijn aan de slag gegaan.’

Staat de tent wel goed vast?

‘Op een gegeven moment zat ik hele dagen in de auto, rondrijden van de ene naar de andere testlocatie. Opbouwen en verhuizen, opschalen en weer afschalen, daar waren we goed in. Het was vaak heel praktisch werk. Komen de monsters wel op tijd bij het lab? Hoe vinden we genoeg medewerkers voor de teststraten? Wat als veel mensen uit Brabant naar onze locatie op Tholen komen? Of: staat de tent wel goed vast? Bij een harde storm ’s nachts dacht ik wel eens: ‘Als de tent er morgenochtend nog maar staat’. Gelukkig hadden we een heel daadkrachtig projectteam. Iemand zei wat en de anderen hingen al aan telefoon om vergunningen aan te vragen en van alles te regelen.’

Vlot voor elkaar

‘Zonder landelijke sturing hadden we het nooit zo goed en vlot voor elkaar gekregen: er waren algemene richtlijnen voor het afnemen van de testen, we sloten aan op het landelijke afsprakensysteem, er was een goed callcenter en we hoefden nooit zelf aanbestedingen te doen om de testcapaciteit uit te breiden. Als er iets veranderde in de landelijke regels kwamen mensen vaak met heel specifieke vragen bij ons terecht. Dan was het van ‘ja maar’ of ‘wat als’. Samen pelden wij die vragen dan af tot de kern zodat iedereen altijd dezelfde landelijk geldende antwoorden kreeg. Zo was er op een gegeven moment veel onzekerheid over het moment van testen als je met iemand die COVID-19 had in contact was geweest. Die termijn stond op 5 dagen. En je moest meteen in quarantaine. Mensen zeiden dan: ‘Ja maar ik ben maar tien minuten bij iemand met corona binnen geweest’. Wij probeerden dan exact uit te vinden wanneer en hoe ze dat contact gehad hadden. Dat lijken details, maar door de strenge quarantaineplicht kon dat op persoonlijk niveau een groot verschil maken.’

'In veruit de meeste gevallen konden we prima meeliften op de landelijke faciliteiten. Maar soms maakte maatwerk net het verschil.'

Laagdrempelig contact

‘Onze samenwerking met de landelijke organisatie was goed. We hadden regelmatig landelijk overleg met alle GGD’en samen en als het nodig was, kon ik altijd bellen met Lucas van Rossem, de Accounthouder van het Team Testen. Ik had met hem een heel laagdrempelig contact. Soms bleven uitslagen hangen door een kleine bug in het systeem, dan belde ik hem om het op te lossen. En we hadden in Goes op een gegeven moment bijna geen afspraken meer voor coronatests. Je kon op die locatie echt een kanon afschieten. Van mensen die toch op de bonnefooi kwamen, hoorden we dat het systeem steeds aangaf dat Goes was volgeboekt. Op dat soort momenten is het ideaal dat je terecht kunt bij iemand die lijnen heeft op landelijk niveau.’

Extra aandacht

‘Toch was het niet te doen om alles landelijk in te regelen. Zo hebben we ons eigen klantcontactcentrum opgezet. Sommige mensen hebben nou eenmaal extra, persoonlijke aandacht nodig. We kregen een keer een telefoontje van een moeder met een autistische zoon. Ze was bang dat hij helemaal in paniek zou raken bij het testen. We hebben toen geregeld dat ze vlak voor openingstijd naar de teststraat konden komen, zodat die jongen geen last had van de drukte.

Nog een heel ander voorbeeld: in Zeeland speelt religie een belangrijke rol en de gezinnen zijn soms groot. Als twee ouders en zes kinderen tegelijk naar een teststraat moesten, dan was dat via het landelijke systeem lang niet altijd te regelen. Omdat wij een platte, regionale organisatie hadden, konden wij het wel direct inplannen. En waar mensen ook heel positief op reageerden: sommige medewerkers van het klantcontactcentrum gaven ‘gewoon’ antwoord in het Zeeuwse dialect. Kijk, het testen zelf is geen hogere wiskunde, met sommige zaken moet je gewoon pragmatisch omgaan. In veruit de meeste gevallen konden we prima meeliften op de landelijke faciliteiten. Maar soms maakte maatwerk net het verschil.’

Crisis (be) strijders

'Van vage vragen tot trammelant bij de testunits: er was altijd wel iets'

Valérie Magnin Lees verhaal

Alle begin is hectisch

Alle zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis testen op corona. ‘Ineens hadden we het over een doelgroep van miljoenen mensen. En de GGD’en moesten het uitvoeren.’

Mark Ruijten Lees verhaal

Alle begin is hectisch

'Het meemaken van rampen heeft mij één belangrijke les geleerd: als je kijkt naar rijstebrij, moet je beginnen met één lepeltje.'

Lucas van Rossem Lees verhaal