Andere vormen van BCO
Fonzie vervolgt: ‘In augustus 2020 nam het aantal besmettingen toe, tijdens het opzetten van de trainingen. Het was iedere dag spannend of we het allemaal gingen redden. Een versnelling was nodig, waarbij mensen uit het BCO werden getrokken om te gaan trainen. Verder opschalen in capaciteit had geen zin, dus moesten IZB-artsen gaan denken aan andere vormen van BCO – vooral minder intensief BCO.’ Dit leidde tot een fasering. ‘Fase 1 was de meest uitgebreide en fase 5 de minst uitgebreide vorm. Fonzie: ‘We probeerden het hele land te bewegen om in een bepaalde fase te gaan werken. Als iedereen in fase 3 zat, konden we de capaciteit efficiënt verdelen.’
Verleiden en masseren
Niet iedere GGD volgde die fasering. Fonzie: ‘Ik weet nog dat ik op een vrijdagmiddag een bewonersborrel had. Ik was net verhuisd. Om het kwartier stond ik te bellen met IZB-artsen uit het land. Ze zeiden: ‘Ik weet überhaupt niet wie je bent. En hoezo vertel jij mij dat ik naar fase 3 moet?’ Ik legde dan uit dat we de mensen nodig hadden in het land, om op die manier toch BCO uit te voeren. De capaciteit die we daarmee uitspaarden, konden we inzetten op andere plekken.’ Fonzie met een grote lach: ‘Dat moest ik wel een paar keer herhalen. We hadden geen hiërarchische bevoegdheid over de GGD’en, dus alles ging via de as van verleiden en masseren vanuit de landelijke organisatie. De GGD’en moesten echt afwegingen maken in het collectieve belang, naast de eigen regionale belangen per GGD. Ik vind het heel knap hoe ze dat is gelukt. Gelukkig weten we nu veel beter wat er allemaal komt kijken bij een crisis als deze en zijn we beter voorbereid op de toekomst.’
‘We hebben dit samen gedaan’
‘Het was een superzware tijd’, eindigt Fonzie zijn terugblik. Hij moest er serieus van bijkomen, kon niet gelijk met een volgende opdracht aan de slag. Maar hij heeft ook ontzettend gelachen. En wat hij heel bijzonder vindt: ‘Het moment dat we elkaar voor het eerst in het echt zagen. In het begin was er alleen maar tijd voor de inhoud. Digitaal overleggen. Voorwaarts mars. Toen we elkaar in het echt zagen, werd er gelijk geknuffeld. Zo bizar en tegelijk heel natuurlijk. Echt vanuit het gevoel: ‘Wij kennen elkaar. We hebben dit samen gedaan.’ Dat schept een band.’