Laagdrempelig
Laagdrempeligheid was ons uitgangspunt. Dat wil zeggen dat iedereen in staat moest zijn zich te laten testen op corona en dat niemand mocht vastlopen in onze processen. Was je niet in staat om naar de locatie te komen in verband met je fysieke gezondheid? Dan kwam de GGD naar jou. Of kon je alleen op de fiets komen omdat je geen auto had en – vanwege het besmettingsrisico – niet met openbaar vervoer mocht? Dan zocht de GGD mee naar de dichtstbijzijnde locatie. We dachten echt mee. En dat zat hem soms in kleine maar veelzeggende details. Bijvoorbeeld aan het eind van een telefoongesprek. Het is zó gewoon om iemand dan een fijne dag te wensen. Maar veel mensen die we aan de lijn hadden vanwege een testafspraak of een uitslag, hadden geen fijne dag. Een situatie kon soms heftig zijn, bijvoorbeeld als er meerdere familieleden ziek waren en zelfs al positief getest waren. Of als ze zo ziek waren dat ze helemaal geen afspraak voor een test moesten maken, maar direct contact moesten opnemen met hun huisarts. In de belscripts hielden we rekening met alle scenario’s. Zodat de medewerkers van het callcenter in elke situatie het gesprek goed konden voeren en afsluiten.’
Het persconferentie-effect
‘Voor GGD GHOR Nederland was dit allemaal nieuw. Als koepelorganisatie was er nooit direct contact geweest met de bewoners van Nederland. Door de coronacrisis veranderde dat ineens: ‘Wij hadden als rol gekregen om de 25 GGD’en met landelijke communicatie te ondersteunen. Vanaf dat moment werd GGD GHOR Nederland volop getagd in Twitterberichten en kregen we enorm veel vragen en opmerkingen via de sociale media. We waren er niet alleen voor de 17,5 miljoen mensen die zich konden laten testen, maar ook voor iedereen persoonlijk. In de begintijd beantwoordde ik samen met een collega alle berichten die we via social media ontvingen.’
Daarnaast speelde nog een fenomeen: ‘Het grote bereik en de sterke impact van de media tijdens de coronacrisis. Zo kenden we het zogenaamde ‘persconferentie-effect’. Op de dag na een persconferentie kwam er altijd een minigolf aan afspraken, dat wisten we. In de uitvoering was dat voor ons altijd weer een uitdaging. Testmogelijkheden waren er genoeg. Maar wat als ineens duizenden mensen om 9.00 uur ‘s ochtends allemaal tegelijk bellen? Iedereen tegelijk te woord staan kon niet. Dus zetten we andere communicatiemiddelen in. We stelden mensen via bandjes gerust wanneer het druk was en gaven constant – via allerlei kanalen – aan wanneer ze het best konden bellen. Zo probeerden we de drukte op te vangen en te spreiden. In ons werk moesten we omgaan met het gedrag van miljoenen mensen tegelijk. Dat maakte het extra uitdagend om de juiste toon en de juiste middelen te vinden. Vooral in de beginperiode gingen mensen heel verschillend met het coronavirus om. Sommigen maakten zich grote zorgen, terwijl anderen het niet zo serieus namen. We moesten ons uiterste best doen om realistisch te blijven. Maar tegelijk moesten we óók zien te voorkomen dat mensen zich niet lieten testen terwijl dat wel nodig was.’